Dag 11 – (n)ergens – Vinne

Martin | 2 september, 2009 |

Uitstekend geslapen en ook maar meteen bizar lang.

Op de boerderij ging iedereen met de kippen op stok en aangezien wij best inspannende dagen achter de rug hadden, volgden wij het goede voorbeeld en lagen tegen 9 uur al in bed.
Om 7 uur waren we wel uitgeslapen, braken ons kampement op en namen afscheid van het gastvrije gezin dat uiteraard al druk doende was met boerderij werkzaamheden en zulks.

Na een kleine omzwerving in het prachtige gebied besloten we Polen zo charmant mogelijk te verlaten, al greenlanend dus.
Dank zij de route van de challenge die we deels reden wisten we van de ‘alternatieve’ grensovergangen en zoeken de meest zuidelijke op in de buurt van het dorpje Solinka. Aan de Poolse zijde is dan wel de asfalteermachine gebruikt voor een paadje ter breedte van een fietspad, maar pal op de grens stopt de weg en gaat het over grasvelden en bospaden verder de Bukovské vrchy in.

De Bukovské vrchy (Bukovec Mountains) is een berggebied behorend tot de oostelijke Beskiden en een laatste staartje van de Karpaten en is absoluut te gek!
Voor ons is het een walhalla, de een na de andere route rijden we, vergeten te drinken en te eten en pas na uuuuren komen we in een dal aan.
Even elkaar aankijken, snel wat eten en bij Snina duiken we de bergen weer in… Heerlijk!

Tegen het eind van een lange dag rijden we naar Michalovce waar we weten dat er veel kampeermogelijkheden zijn om een plek voor de nacht te zoeken.
Vol afgrijzen rijden we bij de campings weg, wat een troosteloze bende. De campings liggen rondom een groot meer en hebben het voorkomen van een oostblok werkkamp dat al 15 jaar verlaten is.
Nadat we het gehele meer rond gereden zijn en ook geen wildkampeermogelijkheden hebben gevonden (wel een boel verbodsborden) vinden we onderdak in Vinne, in hotel Salas waar we ons tegoed doen aan de Servische keuken.

Het hotel heeft gelukkig internet dus Liz kan eindelijk haar wederom niet meer functionerende Garmin software in orde maken zodat we niet meer blind hoeven te rijden.

We treffen in het hotel een stel beroepsoffroaders met een bizar goed uitgeruste Nissan. Simexen eronder, lier voor, lier achter, ferme kooi…
De heren blijken zelfstandige bos-surveyors te zijn die percelen uitzetten en inspecties doen. Wat een baan zeg, dag in dag uit een beetje door het bos jakkeren en er nog goed voor betaald worden ook!

Plaats een reactie